Diana Ozon | 26 Augustus 2004Ivar Vičs, graffiti king Dr. Rat
Ivar noemt zich onder andere ook Dr. Rat, Fritz Zanzibar en Stanley Sneeuwschoen de Verschrikkelijke. Het is mijn bloedbroeder en samen vormen wij de Terrible Twins. Hij wordt medewerker van de Koecrandt, medeoprichter van de legendarische punkclubs DDT666 in het Zebrahuis en No Name in het NRC Handelsbladgebouw. Hier heeft hij een kortstondige verhouding met zangeres Nina Hagen en verandert op haar aanraden zijn naam in Dr. Art. (*1)
Tevens blijft hij ook zijn andere pseudoniemen gebruiken waaronder de naam Dr. Death. Die graffitinaam en de bijbehorende doodsverachting zijn tekenend voor zijn ultieme waaghalzerij. Op een en twintig jarige leeftijd overschrijdt hij de grens tussen leven en dood.
Als Nina Hagen tijdens een concert in Amsterdam haar nummer voor Dr. Rat zingt, trekt er een rilling door de zaal. Een paar stoere mannen brullen huilend Ivar’s naam. Hij is groter dan ooit. De zaal van de Melkweg is gedompeld in collectieve rouw. La Hagen’s optreden lijkt op een hoogmis die te zijner ere wordt opgedragen. Van het maatje van Dr. Junk is hij gegroeid tot Sint Rat. Binnen een paar jaar tijd bestrijkt hij alle vormen van faam.
Ivar houdt van shockeren en van extremen. Met gemak beweegt hij zich in de meest uiteenlopende kringen. Van dakloze junks in de binnenstad tot jazzminnende wijnkenners in de betere wijken. "...Zo kon het dat Dr. Rat op een van de eerste landjuwelen in Ruigoord tegen alle protocollen in een hut van deskundoloog Theo Kley kraakte waarin hij eigenzinnige krantjes stencilde en van waaruit hij de argelozen op de vlakte schrik aanjoeg met een gorillamasker..."(*2) In typstencils van de vlaktedrukkerij van dichter Leo Van Der Zalm krast hij afbeeldingen en teksten. Het zijn pamfletten voor de Indiase Godin Kali, de bedreiging van het kraakbolwerk ADM en propagandablaadjes voor Reklame Buro Sneek.
Dat laatste is een verzinsel van onder meer vlottenbouwer Arie Taal, vriend van provo Robbert Jasper Grootveld en bootjesbuur van Kees Hoekert. Daarmee is ook raakvlak door mijn oud-schoolgenoten waaronder bravouremaker en presentator van RTV Rabotnik Jos Alderse Baas, en pyrokunstenaar Erik Hobijn die met Peter Giele in het NRCgebouw de kunstenaarsclub Aorta opricht. Dit is nog maar een fractie van de wereld waarin hij zich hyperactief beweegt. Ivar komt over de vloer bij One World Poetry, bij cineasten als Babeth van Loo, bij motorbendes… Tot op de dag van vandaag ontmoet ik nieuwe mensen die melden dat Ivar een huisvriend was die een tekening voor ze heeft gemaakt.
Ivar is voor de ene een enfant terrible en door anderen gewaardeerd om zijn brede belangstelling. Hij houdt zowel van de hedendaagse en klassieke kunst en muziek als van de roesmiddelen die de kunstenaar voor handen zijn. En het lijkt of alles binnen zijn handbereik raakt. Iets niet durven komt niet in hem op.
Zijn grootste idolen zijn jongestorvenen als Marilyn Monroe, James Dean en Sid Vicious die hij in viltstift verheerlijk op zowel papier als op de openbare weg. Hij ziet, dol op de schreeuwerige aanpak van tabloids en de boulevardpers, de kunst in het dwepen: met kapitale letters en sensationele teksten verheerlijken van fenomenen. Dit mondt spoedig uit in zijn en andermans bestaan zelf verheffen tot kunst. Zodra de media op de hoogte komen van het bestaan van punk- en graffiti-initiatieven bereikt hij op deze aandachtsgolf on-Nederlandse sterstatus.
Een van zijn tijdgenoten en voorbeelden is Herman Brood, de ex van Nina Hagen, die zich ook meer thuis voelt aan de zelfkant dan in de wereld van de glamour hoewel het geld, de roesmiddelen en de roem daar aanwezig wel aantrekkingskracht blijven uitoefenen. Ze treffen elkaar regelmatig in de nachtlokalen en dealgelegenheden rond de Amsterdamse Dam. Ook Ivar weet van alles wat hij doet nieuws te maken; als hij het zelf niet uitbrengt, doen ‘de bladen’er wel verslag van. Dr. Rat, maakt hypes, laat zich hypen en wordt een hype. In de collectieve herinnering is hij de grootste graffiteur die er ooit heeft bestaan in Nederland.
Samen met o.a. Koekrantoprichter en latere sjabloonmeester Hugo Kaagman laat hij zich inspireren door het in de ramsj bij De Slegte verkregen fotoboek van Norman Mailer: Watching My Name Go By. Dit standaardwerk over met (bende)namen ondergeschreven metrostellen in het New York van de vroege jaren zeventig, en een schoolreisje van Ivar aan Londen met een bezoek aan de Marquee, een ondergekalkte punkclub maar ook de souvenirs van toeristen geschreven op ‘de deur van de Beatles’ in de Cavern, hun eerste optreedclub in Liverpool en die op het Parijse graf op Pere Lachaise van de zanger van The Doors' Jim Morrisson zijn voorbeeld van hoe de wereld er uit zou kunnen zien. Een omgeving waarin ieder mens mondig is en in woord en beeld zijn visuele bijdrage levert. Zo ongeveer wordt door Kaagman, Ivar en mijzelf de graffitifilosofie verwoord.
De jongens worden in Europa grondleggers van de via schetsenboeken, pre blackbooks, gestileerde tags, throw-ups en pieces ofwel teksten, tekeningetjes, grote viltstiftwandtekeningen en spuitbusmuurschilderingen. In het kielzog van de punk- en skateboardcultuur ontstaat onder invloed van de media een ongelooflijke graffitirage. Menig schooljongen zet voor zijn straatschrijfschuilnaam de afkorting Dr. in navolging van Dokter Rat. Waar Ivar onder de jeugd verschijnt, stuift een troep jongeren met stiften op hem af, vragend om zijn handtekening.
Ivar kan het beste en mooiste letters schrijven van iedereen. Hij studeert net zo lang op een letter tot hij deze vloeiend en snel kan neerzetten. Zijn typografie en composities ontwerpt hij binnenshuis alvorens ergens op de openbare weg toe te slaan. Zijn voorkeur gaat uit naar Gotisch, Times Roman en het Coca Colalettertype. Een mix van deze lettertypes binnen een woord en het lenen van elementen van deze lettertypes onderling zijn favoriet want behorend bij de jat-en-plakcultuur van de punktypografie. Zo geeft hij wel eens liefkozend een plaatsje aan een enkele klinker in courier. Een e die hij dan als een minderbedeeld klein eetje laat meelopen beschermd door bombastische letters met schreven in hoeken en krullen.
Typerend aan Ivar's stijl is ook de manier waarop hij zijn pen voert. Hij houdt een stift, liefst Edding 800 of 300 maar het kan ook een fineliner zijn, vast zoals een schilder een penseel hanteert: bovenhands. Ook brengt hij de inkt aan met korte streken. Na zijn dood wordt zijn werk vaak geïmiteerd, soms uit financieel gewin, soms uit interessantdoenerij. Een echte Vičs is door Ivar's specifieke tekenhand echter altijd van namaak te onderscheiden.
Er zijn nogal wat ‘Dr. Rat's. Overal in de stad zijn ze rond 1980 aan te treffen: op muren, deuren, zuilen, straatmeubilair, in en op het openbaar vervoer, op tafelbladen, in telefooncellen, op leren jasjes, op papier en doek en zelfs op het menselijk lichaam als tattoo. De dichteres Margarita Del Amore heeft zijn tag op haar bovenarm staan. Op enkele krakersrelfoto’s uit 1980 is een zwart leren jack met de rugtekst Wild Punks in witte stift te zien: ook die versiering is werk van Dr. Rat.
Op sommige oppervlakken werkt Ivar regelmatig verder. De blinde muur van het Oost Indisch Huis in de Oude Hoogstraat kan bijvoorbeeld op een abonnement rekenen. De menig maal met verf gesauste natuurstenen onderpui, gevelreiniging is nog niet gewoon, wordt steen voor steen voorzien van Vičs’ symboliek. De verjunkte omgeving van de ‘Damstraat’ waar zich ook Café De Dood - wegens sterfgeval gesloten - bevindt en waar het leven letterlijk op straat ligt, smeekt gewoon om zijn toevoegingen.
Allegorieën met speelkaarten waaronder de aas maar ook drie zevens ‘lucky seven’, zijn ratje, een leeg luciferdoosje met een opgebrande lucifer ‘last match’, een knipmes van het merk Buck met de toevoeging ‘I survive with a Buckknife’, een schedel en een injectienaald ‘Dr. Death’, een klavertje vier, een wulpse vamp… Ook de haringkar achter het Koninklijk Paleis kan op zijn regelmatige bezoeken na sluitingstijd rekenen. Daarnaast heeft hij een liefde voor straatmeubilair: elektrakastjes, deurtjes in lantarenpalen, en kleine bordjes waarvan de oorspronkelijke tekst allang met de omgeving mee is overgeschilderd krijgen weer een functie.
Ook in de tram komt meer te lezen dan de vaste reclames. Op de kunstlederen achterzijde van de banken maakt hij tekeningen die niet onder doen voor zijn werk op papier. Net als op de haringkar en de muur in de Hoogstraat werkt hij aan een dergelijk oppervlak gedurende een langere periode. Vooral in tramstellen met de nummers 666 en 777 kan zijn werk worden gevonden. Ze worden daardoor ook een geliefd object voor andere graffiteurs. Het vervoerbedrijf weet er niets op te doen dan overschilderen. De genoemde tramstellen rijden nog tientallen jaren door en vallen op door hun mollig dikke laklaag. Daaronder zit een schat aan graffiti verborgen: laag op laag nemen steeds weer eigenaar en kunstenaar het tramoppervlak onder handen. De zittingen zelf zijn vernieuwd. Daags na Ivar’s overlijden heeft iemand met een stanleymes keurige vierkante lappen weggesneden om zijn tramwerk te behouden.
In zijn laatste levensjaar zint Ivar op een serieuzer kunstenaarsleven. Hij wordt student op de Gerrit Rietveld Academie. Ondertussen woont hij in de Grote Uilenburg, in de latere studio van Radio Dood en Patapoe. In dat door junks belaagde spookpand kickt hij af en maakt er na een paar ziekenhuiservaringen misschien wel zijn mooiste werk getiteld Medical Entertainment. Het is een serie tekeningen van een buitenlichamelijke observatie van zichzelf liggend op een behandeltafel en omringd door medisch personeel. Waar dat werk is gebleven, is mij onbekend.
Op de kunstacademie heeft hij stiekem een grote archieflade in een kast geconfisqueerd waarin hij zijn werk veilig bewaart. Dat werk zal volgens de legende nadien nooit zijn gevonden.
Typerend voor zijn manier van het zich toe-eigenen van openbare ruimten is ook zijn verdere opslagsysteem. Met een dopsleutel opent hij lantarenpalen en andere facilitaire kastjes om daarin spullen te bewaren bijvoorbeeld gereedschap zoals spuitbussen. Met soortgelijke dopsleutels zoeken zijn nabestaanden zijn nalatenschap tot in het straatmeubilair waarop zijn naam staat.
Een kwart eeuw later is op de openbare weg alleen een van zijn allereerste graffiti’s behouden. Een oranje fluoreclame met gewone kalkletters voor Lulu Rox, een pseudoniem van Ludwig Wisch, en de punkclub DDT666 uit 1978. Het staat in het midden van de Hondecoeterstraat verscholen achter een hulststruik. Ivar’s favoriete struiksoort, door hem vaak getekend en door zijn ouders na zijn dood geplant. Sindsdien door hun voor kap behoed dekt hij de graffiti inmiddels bijna helemaal af. Daardoor overleefde deze oer-throw-up de Amsterdam Schoon Acties die volgden op latere graffitigolven.
Graffiti, oud als de mensheid, beleeft ook vandaag weer een revival. Mensen zoeken naar informatie over Dr. Rat. Hoewel mijn korte verhaal hierboven en het voorafgaande wat ik heb geschreven absoluut geen volledig beeld schetst van Ivar, hoop ik hier een bijdrage te leveren aan zijn bekendheid op het web.
Erik Hobijn heeft elders een anekdote beschreven en Menno Grootveld van Rabotnik vertelt een verhaal, Ivar’s jeugdvriendin Mathilde muPe vermeldt hem op haar site. Hieronder volgen hun links.
Mocht je een herinnering aan Ivar, Dr. Rat of hoe hij ook voor je leeft hebben en daar nergens mee terecht kunnen op Internet, bied ik hier onderdak aan je materiaal.
Je mail: rat@diana-ozon.nl
Ivar’s laatste wens was: ‘Establish my death’.
Noten:
(*1) Nina Hagen, Dr Art, LP Non Sex Monk Rock
(*2) Diana Ozon in redevoering 50 Jaar Hans Plomp
Audio:
Dr. Rat, door Andrea Bouma, Historische Programma’s, Radio Stad 1983. Een 4 uur durend programma over de graffiti kunstenaar Dr. Rat die in 1981 op 21-jarige leeftijd stierf. In dit indringende tijdsbeeld komen familie en vrienden aan het woord. Te horen zijn onder meer de ouders van Dr. Rat, punkdichteres Diana Ozon, Nina Hagen, Simon Vinkenoog en vele anderen.
Boeken:
Dr. Rat, door Martijn Haas, Lebowki 2011
Een paar artikelen door derden op papier over Ivar Vičs:
Dr. Rat, punkprofeet als paradox, door Tim Busse, Bres 214, juni juli 2002
Dr. Rat & Ivar, door Chris Reinewald, Plug, september 1984
Artikelen over Ivar Vičs elders op het web:
Erik Hobijn in gesprek met Geert Lovink over Ivar en de SKG, het NRC en Aorta.
Menno Grootveld blikt terug op de beginperiode van Rabotnik TV; of: Amsterdam anno 1981/82.
Mathilde muPe over graffiti.
De geschiedenis van de Nederlandse graffiti scene 1979, het prille begin, door Pone.
Dr. Rat-pagina met KoeCrandt-interview uit 1978 op de site van de Helmettes.
Google over Ivar Vics.
Google naar Dr. Rat.
Beeldmateriaal van Ivar Vičs elders op het web:
Foto van Ivar door Gerard Pas.
Affiche voor de SKG door Ivar.
Zie ook alhier:
Fotobeschrijving De Gevoelige Plaat
Redactioneel artikel Koekrant 54, R.I.P. Dr. Rat
Gedicht Dr. Rat
Column Ravage, Dr. Rat memorial
Artikel Koningin Juliana overleden met ansichtkaarten door Ivar Vičs
Kort verhaal: Daklozenkrant Z. De ketting
!Ingezonden bijdrage: Joris Pelgrom's herinneringen aan Ivar!
Overzicht: De Beste Radio van Nederland
En voor het tijdsbeeld overige informatie:
Punk en punkbandjes vanaf 1977. Deel I
Punk studie - boeken en films
Olie Buma in Paradiso
ivar vics