Diana Ozon | 09 Maart 2004Boekenbal
9 Maart jongstleden was ik op het Boekenbal. Een festiviteit waar ik jaarlijks naar uitkijk hoewel het mij niet altijd lukt daar aanwezig te zijn. Overleg met de CPNB leerde mij dat mijn beide uitgevers te klein zijn en het bal al "propvol". Toch wist ik mij aan de zijde van mijn collega's te voegen. De vorige keer was alweer in 1994.
Op het Boekenweekgeschenk van '94, de CD-i "Denkend aan de Dapperstraat, Poëzie Centraal" draag ik drie poëzieclips in beeld voor: "De Obscure Camera", "Tik-Tak" en "Slaapstad" afkomstig uit de film 'Aan Het Woord' van Jack van Noord. De clipjes werden vertoond in de etalages van boekhandels. Na lang wachten op een bijbehorende uitnodiging voor Het Bal nam ik zelf contact op met de Stichting CPNB. Daar gaf men toe dat ik "er bij hoor" en na enig aandringen kon ik zelfs mijn partner van een kaartje voorzien. Vaak moeten de schrijvers die door de CPNB in het voetlicht worden geplaatst de dansvloer betreden zonder hun eega's of echtgenoten.
Dat partners niet echt welkom zijn bleek uit het Bal van 1991. De door mij illegaal mee naar binnen geloodste begeleidende geliefde werd meteen achterhaald en de straat op gesmeten. Toen ik hem alsnog naar binnen trok werd ook ik het trottoir op gegooid. Mijn avondjapon scheurde van zoom tot boord waarna ik zo'n stampij maakte dat het ontaarde in een vechtpartij met de portiers. Een speciaal team veiligheidsspecialisten die bij gebrek aan terroristen op zoek naar de eregast Salmon Rushdie toch het bal waar voor z'n geld wilde geven.
Om het incident goed te maken werd ik in 1992 getroost met een toegangskaartje voor de voordien geweigerde geliefde. Die gedenkwaardige gelegenheid staat vermeld in Ronald Giphart's 'Giph'. De jaren ervoor was ik altijd alleen gegaan. Ik werd dan altijd opgewacht in de lobby door Johnny van Doorn die mij de hand reikte. Meestal kwam ik binnen op een door mij zelf rechtstreeks besteld kaartje. "Wegens mijn onafhankelijke verdienste binnen de Propaganda van het Nederlandse Boek" als toenmalige meestgevraagde dichteres van Nederland.
Mijn balverslaving stamt van 1980 toen ik met de graffitiër Vendex op het kaartje van Gerard Reve mijn debuut maakte. Daarna duurde het tot 1986 voor ik weer terug kon keren. Als schrijfster van het alternatieve geschenkje 'Het Heldenbal' samen met medeauteur Peter Elberse van literair tijdschrift de Held. Daarin staat een verslag van mijn eerste bal en de kinderjaren bij het Leidseplein, toen ik 's avonds uit bed kwam en in nachtpon vanachter het slaapkamerraam toekeek hoe de gasten sprookjesachtig hun opwachting maakten.
Sinds een groot deel van de genodigden van Het Boekenbal tot mijn vrienden en kennissenkring behoort weet ik zeker: ik zal op het bal verschijnen net zo lang tot alle dichters jonger zijn dan ik. En die zal ik vertellen hoe ik vroeger in 2004 gefeest heb met onder andere de Vinkenoogs, Deelders, Veldhoens en Dichters uit Epibreren. Hoe de wijn letterlijk vloeide, de consumptiemunten rolden, Bart Droog een tand verloor en mijn ex-TalkRadiocollega Beau Van Erven Dorens door de bewaking werd afgevoerd terwijl de Rushdies niet eens aanwezig waren.
Zie ook: Balhistorie 2005