Diana Ozon | 14 Maart 2004Deelder wordt 60
Deelder wordt zestig op 24 november en daar mogen we ruimschoots van tevoren aan wennen.
Alle aanwezigen op het feest in Hotel New York verbazen zich erover dat de dichter weer geen jaar ouder lijkt. "Wie eenmaal is dood verklaard," stelt Jules, "is naar men zegt een lang leven beschoren". Hiermee refereert hij aan zijn, door een hacker, te vroeg aangekondigde dood een paar jaar terug in de media.
Columnist Hugo Borst memoreert het bizarre voorval. Hij was al een necrologie gaan schrijven toen hij besefte dat "de schoonmaakster die de overledene op dinsdag zou hebben gevonden altijd op woensdag komt". Het verlossende "Jules leeft!" klonk niet lang daarna door het land.
Alle aanwezigen in het Rotterdamse havenhotel zijn het eens over het belang van Deelder voor de vaderlandse literatuur. Hij ontvangt het eredoctoraat van de Noodfaculteit Letteren van Rotterdam bestaande uit een koningsblauwe professorenhoed, een oorkonde en de vertaling van Rotown Magic in vele talen waaronder het Koerdisch, Frans en Drents.
Hoe sterk Deelders poëzie is, onderbouwt Martin Bril die het gedicht Het Heelal aan grondige analyse heeft onderworpen.
De met de Anna Blamanprijs gelauwerde Deelder werpt zich samen met Frans Vogel op voor het jaren met terugwerkende kracht huldigen van A. Moonen. Wat ook hier benadrukt moet worden.
Met analyse van heel andere aard is Jules' automonteuse bezig: "Hij houdt zijn auto ook van binnen keurig".
Ik memoreer onze zoektocht naar majoor Klop in Venlo en mijn kennismaking met Jules' automobilisme zoals ook beschreven in de Ozon Expres. Toen wist hij na afloop van een optreden in de Brabantse rimboe een autoband van een vreemde 2CV te verwisselen.
Simon Vinkenoog, destijds ook aanwezig, zwaait nu met zijn nieuwe handreiking Goede Raad Is Vuur en grijpt terug op Poëzie in Carré. Daar was Deelder, toen nog langharig, zijn ontdekking en deelde het podium met "Roland Holst met een stokje". Jules' gebloemde optreedoverhemd uit '66 blijkt evenzeer de tand des tijds te hebben doorstaan als de dichter zelf.
Aangemoedigd door presentator Wilfried de Jong legt hij de jeugd nog eens uit hoe hij een afrokapsel toupeerde: "Met een stalen kam met ongelijke leggers". Deze haardracht had hij na afloop van zijn schooltijd als reactie op het tijdperk waarin "je als je vier haartjes over de rand van je boord had groeien al van school af werd gestuurd naar de kapper".
Ook Bart Chabot duikt in het verleden en meldt zijn optreedkunst van Jules te hebben geleerd. Hoewel Chabot, zijn lange lichaam in kreukels gevouwen zichzelf als een tube leegwringend, het: "Ik houd van Jules" van onderuit zijn tenen perst.
Jules zelf bekijkt alles in zijn karakteristieke strakke houding met een grijns van oor tot oor, ondanks de verhitte avond geen knoopje van zijn kostuum losmakend. Zelfs een uitvergroting van Jane Mansfield tijdens de aftrap bij Sparta laat geen knoopje springen.
De oud-spelers van Sparta zingen met hun grote supporter het Sparta-lied en overladen hem met clubgadgets.
De sportiviteit van de jeugd komt van de boksschool. Twee pupillen houden een oefenwedstrijd onder professioneel commentaar van Deelder in een tussen het publiek spontaan ontstane ring. In de tot de achterste gelederen opeen geperste zaal dansen de jonge opvolgers van Bep Van Klaveren rond.
Na het feestelijke programma is het de beurt aan de toeschouwers om de dansvloer te bezetten. DJ Deelder draait jazz.
Tot slot geeft de Nachtburgemeester een afterparty in Café Ari die ik niet kan afwachten. Zonder twijfel een feestelijke bekroning op een pretentieloze avond topamusement.
foto's © Peter de Jong
Zie ook: Het Vrije Volk, Prof. h.c. J.A. Deelder
En ook: De Ozon Expres, fragment hoofdstuk Vaderland